Deze sierlijke, goudgele klimmer gedijt het best op een matig vochtige en niet te voedselrijke bodem. Van juni tot augustus tooit hij hooilanden, dijken en bermen met stralende trossen vlinderbloemen. Als lid van de vlinderbloemenfamilie verrijkt hij de bodem door stikstof uit de lucht te binden. Bovendien is hij een echte insectenlokker: bijen zoemen er graag omheen en hij dient als waardplant voor vlinders zoals het boswitje en de klaverspanner. Kan geleid worden langs hekwerk of andere planten voor een speels, verticaal accent.